Om hout meer gezicht te kunnen geven was ik op zoek naar literatuur die meer algemene informatie over bomen gaf, dan alleen de persoonlijke verhalen. Er wordt al best veel over geschreven de laatste jaren maar via een artikel op de correspondent werd ik gewezen op een boek van een Duitse boswachter, Peter Wohlleben.
Na een aantal publicaties en boeken merkte hij dat het verhaal wat hij wilde vertellen wel beklijfde tijdens de rondleidingen die hij deed in ‘zijn’ bos maar dat het op papier niet aansloeg. Hij schreef om die reden het verborgen leven van bomen.
In het boek belicht hij de verschillende aspecten van het leven van bomen, onder andere de zorgzame kanten, de sociale aspecten, de communicatieve waarden en het belang van het leven in groepen.
Ook geeft hij aan dat bossen beter gedijen wanneer ze groeien op hun natuurlijke manier en niet wanneer er steeds ingegrepen wordt door de mensheid. Wohlleben onderbouwt zijn eigen bevindingen uit zijn eigen bos met wetenschappelijke literatuur.
Als ontwerper was ik onder de indruk van het boek, de boom kreeg opeens echt een ziel. Zoals ik dat ook met mijn ontwerpen wil hebben. Voornamelijk de publicatie over het met elkaar communiceren, onderbouwt door Massimo Maffei in MaxPlanckForschung nummer 3 uit 2007, greep me aan. Bomen geven gevaar aan elkaar door, niet alleen door geursignalen uit te zenden maar ook door geluid te maken met hun wortels waar andere bomen dan weer op reageren. Niet alleen bij gevaar van buiten af maar ook om aan te geven dat ze te weinig of juist te veel voeding hebben. Opeens werd de stugge logge boom uit de straat een levend wezen wat in contact staat met soortgenoten. En na het lezen en delen van de informatie uit het boek werd het gebruiken van hout, net als het eten van dieren, opeens een ethisch ding. Bomen reageerden namelijk op pijn. Hun wortels stoten dan geluid uit, en de signalen worden opgepikt door andere bomen.
Een ander interessant onderzoek is gedaan door de Amerikaanse wetenschapper Suzanne Simard. Zij infecteerde een boom met radioactief materiaal en zorgde ervoor dat de boom bovengronds geen contact kon hebben met andere bomen. Door middel van metingen bleek dat deze boom met minimaal 47 andere bomen in contact stond die allemaal hielpen om de radioactieve stoffen bij die ene boom te verminderen tot een acceptabele waarde. De boom had een ondergronds netwerk waar hij gebruik van kon maken. Om afvalstoffen te lozen/verdelen maar ook om voeding te vergaren of te verdelen. Een interessante podcast daarover vind je hier. In die podcast wordt op heel heldere en leuke wijze verteld hoe ze onderzochten en wat de bevindingen waren.
Het verhaal achter de boom, het gezicht, de ziel, werd opeens nog veel belangrijker dan ik gedacht had.
De bewustwording van bewustzijn zorgde er halverwege de 20ste eeuw in de westerse cultuur voor dat we het gevoel bij dieren (weer) erkende. Door bomen een zelfde soort erkenning te geven zal een deel van de mensheid wellicht bewuster omgaan met die bomen en hun identiteit in ieder geval niet onderkennen. Wat weer aansluit op mijn onderzoek, of de identiteit van de boom bijdraagt aan een een bewustere omgang?
Ook op persoonlijk vlak grijpt het me aan: het brengt me aan het twijfelen zoals ik aan het twijfelen was toen ik een jaar of twaalf was, destijds wilde ik stoppen met het eten van vlees omdat ik het ethisch onverantwoord vond dat wij mensen andere wezens met gevoel gebruikten voor eigen belang. En dat terwijl ik niets liever at. Nu werk ik erg graag met hout, eigenlijk werk ik met niets liever dan met hout. Maar is dat ethisch nog wel verantwoord. Waarom zou een dier of een mens meer waard zijn dan een boom of plant?
Een zeer goede reden om nog zorgvuldiger om te gaan met het gebruik van die die gevoelige wezens. En voor mij als ontwerper belangrijk een balans te vinden tussen ethiek en gebruik.