Ga naar de inhoud

In gesprek met [S]GAAF

6 oktober 2016 Badhoevedorp

Vandaag ga ik het gesprek aan met Mathieu en Merijn, eigenaren van [S]GAAF, meubelmakers uit Amsterdam.logo-sgaaf
Vanuit de stagebegeleiding kom ik al een tijdje bij dit bedrijf en wat opvalt is dat het een bedrijf is wat heel bewust materiaalkeuzes maakt. De keuzes die ze maken zijn milieu en gezondheid bewust.
Op de vraag of ik daar eens met ze over zou kunnen spreken werd meteen instemmend geantwoord, wel graag nadat ze naar Nepal geweest zijn om daar vrijwilligerswerk te doen.

Ik heb wat vragen voorbereid;

  • ik ben erg benieuwd naar hun beweegreden om zo min mogelijk plaatmateriaal te gebruiken.
  • welk materiaal gebruik je dan in plaats van het plaatmateriaal?
  • wat verstaan zij onder duurzaamheid? 
  • en wat verstaan zij onder cyclisch ontwerpen?

Wanneer ik aankom in Badhoevedorp, waar hun werkplaats is, zie ik geen Merijn en geen Mathieu. Na een belletje richting Merijn blijkt dat ze alle afspraken afgezegd hadden deze week maar mij vergeten waren. Of ik richting zijn huis in Osdorp wil komen? Dat wil ik wel natuurlijk, anders heb ik die twee uur voor niets gereden.

Terwijl ik naar Osdorp rij neem ik in mijn hoofd nog even dat wat ik wil weten door. Ik pik Merijn op een we lopen naar een restaurant aan het water. Toen ik in de auto zat bedacht ik me nog; neem alles op, maar terwijl we naar het restaurant lopen ontstaat het gesprek al. De recorder nog in mijn tas.

Het gesprek gaat vloeiend, en na de eerste chit-chat, geeft Merijn aan dat de meubel/interieur industrie een erg vervuilende industrie is. In de bedrijfsinterieurs blijven kasten, meubelen en balies vaak niet langer dan tien jaar in gebruik. Dan wil de opdrachtgever alweer wat nieuws. En gaat vaak het interieur eruit, om er weer iets soortgelijks terug te plaatsen. Het materiaal wat eerder gebruikt is, is dusdanig bewerkt dat het niet meer her te gebruiken is.
En dan kun je als bedrijf kijken naar duurzamere middelen, wat vaak vertaald wordt naar langdurig gebruik. Maar zoals hierboven al aangegeven wil de consument af en toe iets nieuws.
Je kunt dan wel een balie plaatsen van HI-Macs (een kunststof-achtige), die gaat langer mee dan een mensenleven, maar de consument wil zogezegd na 10 jaar weer wat anders. De HI-Macs is niet her te gebruiken en het is de vraag hoe en of het verwerken is naar een afbreekbaar product. [S]GAAF heeft er daarom voor gekozen om in hun ontwerpen zoveel mogelijk natuurlijke
materialen te gebruiken, materialen die wanneer ze niet meer nodig zijn “terug” naar de natuur kunnen.
Dit betekent dat de lakken en beitsen die ze gebruiken zoveel mogelijk zonder plastics en oplosmiddelen zijn.
Dat de lijmen die ze gebruiken op natuurlijke basis zijn. En dat het plaatmateriaal wat ze gebruiken in ieder geval zonder formaldehyde is.

Maar hoe doe je dat? Waar koop je je materiaal en waar vind je klanten die dat ook willen.
Het klantenbestand had [S]GAAF al, en daartegen hebben ze redelijk resoluut gezegd dat ze bepaalde plaatmaterialen niet meer wilden gebruiken. Omdat deze mateiralen toxisch waren en daarbij ook nog eens niet milieuvriendelijk. Dat betekent dat je klanten kwijt raakt, maar er zijn ook klanten die juist daarvoor naar jou toe komen. Het betekent ook dat je soms nee moet verkopen op andere wensen van klanten, epoxy bijvoorbeeld is een materiaal wat je niet meer kunt gebruiken. Je zult naar alternatieven moeten gaan zoeken.
En juist daar liep [S]GAAF tegen aan, veel van de leveranciers en fabrikanten zijn naïef. Het lijkt alsof de fabrikanten nog nooit na gedacht hebben over wat er met hun materiaal gebeurd nadat het product is afgeschreven.
Door steeds maar weer vragen te stellen aan fabrikanten kwam [S]GAAF erachter dat er een aantal plaatmaterialen gefabriceerd worden die zonder formaldehyde gemaakt worden. huisveendam is er daar een van. Zij fabriceren plaatmateriaal, van een hoge kwaliteit zonder formaldehyde, met een biologische afwerking. Die afwerking is een volgend probleem. Wanneer je een hout afwerkt, dan doe je dat vaak met een beits, of een aflak. Beide zijn niet of nauwelijks afbreekbaar door de natuur, uiteindelijk is alles afbreekbaar maar welke tijdspanne heeft het? [S]GAAF is om die reden op zoek gegaan naar andere manieren van afwerking en kwamen uit bij de traditionele lijnolie maar ook bij het wat minder bekende maar ook al eeuwenoude, houtzeep.
Door het gebruik van houtzeep of lijnolie blijft het houtproduct biologisch afbreekbaar.

En dan de montage nog, traditioneel grijpen we snel terug naar houtlijm en/of schroeven/spijkers. Er is in Nederland geen houtlijm op de markt die biologisch afbreekbaar is en daarnaast watervast. Beenderlijm is een bio-lijm maar die is vaak niet sterk genoeg voor de doeleinden waar het voor gebruikt moet worden.Schroeven en andere montage middelen zorgen voor moeilijk te scheiden object wanneer het weer afgebroken moet worden. Om die reden heeft [S]GAAF besloten om demontabel te gaan werken en zo veel mogelijk met hout-hout verbindingen.

Allemaal duurdere oplossingen dan het gewone standaard werk, maar wanneer je eerlijk bent tegen je klanten hoeft dat helemaal geen probleem te zijn, dan wordt dat je handelsmerk.
Belangrijk is dat we een gezondere industrie krijgen volgens [S]GAAF, wat betekent dat je product geen eeuwig leven heeft, en wanneer het dan eindigt dat je het dan ook weer terug kunt brengen naar het ecosysteem waar het deel van uit maakt. Dat houdt ook in dat afval niet bestaat, dat je goed moet uitzoeken waar je materiaal vandaan komt, en dat je zult moeten vechten tegen de bedrijven en leveranciers die een monopoly willen op hun gebied.

sgaaf

SONY DSC

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *