Het is weer zover, de kerstdagen zijn aangebroken. De tijd van bezinning en het begin van de lichtere dagen.
Langzaamaan gaan de dagen weer langer worden, en gaan de blaadjes aan de bomen weer te voorschijn komen.
Vroeger, een eeuw of zeven/acht geleden, werd er rond deze tijd een vrijwel dode boom versierd om dan na deze periode van bezinning te dienen als warmtebron.
Later werd voor dit ritueel een nog levende dennenboom gebruikt. Tussen de groene naalden staken de brandende kaarsjes beter af, en het gaf een prettigere sfeer.
Een aantal jaren geleden zag je een toename van een kunst-kerstboom, deze opkomst is echter redelijk gestagneerd. De mensen willen graag een echte, geurende boom in hun huis.
De meeste bomen overleven dit ritueel niet. Zonder kluit is de boom natuurlijk ten dode opgeschreven, maar zelfs met kluit redt lang niet elke boom een volgende kerst.
In tijden van hoge CO2-emissie en de ontbossing van de aarde is het erg vreemd dat we nog steeds vast houden aan deze traditie. De Nederlanders protesteerden afgelopen jaar massaal tegen de lakse houding van onze bestuurders ten opzichte van het klimaatprobleem. Maar in deze tijd van bezinning zie ik ze massaal een stervend leven wezen in huis halen. Niet om te redden maar om toe te kijken…